Oudste graf van Nederland gevonden in Haps

In april 2022 werd bekend dat op het industrieterrein RBL Laarakker tijdens archeologische opgravingen in 2017 het oudste graf van Nederland is gevonden. Ruim 7500 jaar voor Christus hebben jager-verzamelaars hier hun stamgenoot begraven aan de rand van de Maasvallei.

Het onderzoeksbureau Econsultancy doet sinds 2016 archeologisch onderzoek op de Laarakker in Haps. Tijdens dit onderzoek zijn vele bijzondere sporen en artefacten uit de middensteentijd, de brons- en ijzertijd en de Romeinse tijd gevonden. Waaronder een crematiegraf uit de middensteentijd (mesoliticum). Na uitgebreid onderzoek bleek het te gaan om het oudste graf te zijn dat ooit in Nederland gevonden is.

Het graf werd aangetroffen op het hoogste deel van de Laarakker op een plek waar duizenden sporen en vondsten van de vroegere bewoners van Haps gevonden zijn. Bij het onderzoek van het graf bleek dat het in een kuil lag van 50 cm doorsnede. Naast de gecremeerde botresten lagen er ook fragmenten houtskool, vuursteen en hazelnootschillen in het graf.

Botfragmenten van het onderbeen

De ouderdom van de houtskool en botresten kon worden vastgesteld met de zgn. C14-methode. De datering van het houtskool lag tussen 7655 – 7553 v. Christus en het bot tussen 7802-7582 v. Christus. Zo werd het duidelijk dat het crematiegraf uit de vroege middensteentijd stamde.
In Nederland waren tot nu toe maar op drie plaatsen crematiegraven uit de middensteentijd gevonden nl. in Rotterdam, Dalfsen en Oirschot. Het oudste graf lag in Rotterdam maar nu blijkt het graf in Haps enkele honderden jaren ouder te zijn.

Naast het gevonden graf zijn er op de Laarakker tijdens deze opgravingen duizenden fragmenten vuursteen uit de vroege steentijd aangetroffen waaronder werktuigen zoals pijlpunten en schrabbers en een rolsteenhamer. Ook werden er verbrande botten van hert en zwijn gevonden.



Hoe leefde de mens in de middensteentijd

Jagen, vissen en verzamelen waren de middelen van bestaan van de mens in de middensteentijd (Mesolithicum ca. 9000 v. Christus – 5000 v. Christus). Een leven als jager-verzamelaar stond in het teken van overleven. Door op pad te gaan voor het verzamelen van eetbare wilde planten en het jagen op dieren, zorgden zij voor voldoende voedsel voor hun familiegroep. De jager-verzamelaars hadden meestal geen vaste verblijfsplaats. Ze leefden een nomadenbestaan en trokken rond in kleine groepen van doorgaans 20-50 personen, steeds op weg naar gebieden waar voldoende voedsel te vinden was. Kenmerkend voor het tijdperk zijn de zogenaamde microlieten, kleine stenen werktuigen van vuursteen en andere grondstoffen.

Haps in de middensteentijd

Vanwege de ligging in een zeer gevarieerd landschap, met grote dekzandruggen in het westen en het Maasterrassenlandschap in het oosten, moet het gebied in en rond Haps voor de  jager-verzamelaar een aantrekkelijke omgeving zijn geweest, met zowel grote gebieden met droge vruchtbare gronden als uitgestrekte vochtige laagten met een rijke begroeiing. 

In het boek ‘Haps en het Land van Cuijk’ geeft auteur Rien van den Brand een duidelijke uitleg over het landschap en de mens In het prehistorische Haps. 

Over het geologische landschap schrijft hij:

“Het landschap is gegroeid vanuit een ver verleden. De landschappelijke of geomorfologische vorming van het Land van Cuijk waarvan Haps deel uitmaakt, is voor wat betreft de bodem als buitenste deel van de aardkorst van zeer jonge datum. De vorming van de diepe ondergrond gaat terug tot ongeveer 25 miljoen jaar geleden. In die tijd vinden de landafzettingen plaats vanuit de zee. Het Cuijklandse landschap, de bovengrond, is voornamelijk in de jongste geologische periode gevormd. Deze heeft twee grote perioden het pleistoceen (1 miljoen jaar geleden tot circa 10.000 v.Chr. met zeer koude en warmere perioden) en het holoceen (circa 10.000 jaar v.Chr. tot heden). Afzettingen uit deze beide perioden komen in en om Haps voor. Haps ligt in het grensgebied van deze geologische landschappen tussen Maas en Peel: het dekzandlandschap in het westen en het Maasterrassenlandschap in het oosten. Dat wijst op een geologische bouw in en op een verwilderd riviersysteem uit de laatste ijstijd. De Maas heeft in die tijd door de geringe hoogteverschillen bij overstromingen vrije toegang tot de meeste lagere delen van het Land van Cuijk. “

Over de mens in deze tijd schrijft Van den Brand het volgende:

“Het dekzandlandschap rondom Haps met hoogtes en laagtes, zoals de oude Maas meanders in het oosten, is ruim 12.000 jaar geleden al door groepjes jagers en verzamelaars bezocht. Op verschillende plekken in het steppelandschap slaan deze rendierjagers hun tijdelijke jacht en vis kampementen op. Een aantal van deze plaatsen is bekend uit de omgeving van Haps. Zo treffen de opgravers op het Kampseveld in de jaren 60 een handvol vuurstenen voorwerpen aan, waaronder een pijlspits, een steker en een krabber.
In heel Noord Brabant zijn intussen tientallen van dit soort vindplaatsen ontdekt uit de oude steentijd.
De mens houdt zich vrijwel uitsluitend in leven met jagen, vissen, verzamelen en maakt daarbij gebruik van stenen werktuigen. De klimaatverandering aan het einde van de laatste ijstijd heeft grote gevolgen. Het landschap verandert langzaam in een dichte bos met andersoortig wild. De jagers in de middensteentijd passen zich echter uitstekend aan. De bossen bieden noten en vruchten, het volgen van de rendierkuddes maakt plaats voor een veel kleiner jachtgebied met grotere kampementen. In plaats van pijlspitsen vinden de archeologen nog kleinere vuurstenen werktuigen, de microlieten die geschaft worden in pijlen en harpoenen. Omstreeks 5000 jaar v.Chr., tijdens de laatste periode van de steentijd gaat de prehistorische mens over van het zoeken en verzamelen van voedsel naar het zelf produceren van voedsel, naar een boerenbestaan.”


Begrafenisrituelen

Mensen werden gecremeerd of begraven, waarbij de aanwezigheid van grafgiften zou kunnen betekenen dat er geloof in een hiernamaals zou zijn.
Voor zover bekend zijn alle crematiegraven uit deze tijd secundaire begravingen: de crematieresten werden verzameld van de brandstapel en in kuilen begraven.
Tijdens opgravingen in 2008 in Rotterdam werden kuilen aangetroffen met menselijke resten samen met verbrande resten van (delen) van dieren en vuurstenen artefacten.  In Haps lagen er naast de gecremeerde botresten ook fragmenten houtskool, hazelnootschillen en vuursteen in het graf. Wat mensen geloofden en hoe de rituelen er uitzagen is niet duidelijk. De vondst van vuursteen in het graf zou er op kunnen duiden dat ze vuursteen met de doden meegaven naar het hiernamaals. Het ontdekte graf toont wel aan dat de overledenen in de prehistorie eervol herdacht werden.

Het verzamelen van de botresten door de nabestaanden na de crematie.


Tekening gemaakt door Kelvin Wilson, archeologisch illustrator

Na het afronden van het onderzoek zullen de meest interessante stukken worden overgedragen aan Museum Ceuclum in Cuijk.





Geraadpleegde bronnen:

  • www.econsultancy.nl
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Mesolithicum
  • Haps en het Land van Cuijk, van prehistorie tot de 21e eeuw, Rien van den Brand, 2009
  • Geschiedenis van de mens. Deel I, Jagers en verzamelaars. Boek 2, de maatschappij van jagers en verzamelaars. Marc Vermeersch, 2008
  • De Gelderlander, d.d. 7 april 2022
  • Haps-Laarakker, een bijzonder rijk bodemarchief. L. Theunissen en T. Spek, 2009
  • De steentijd in Nederland. Redactie: Jos Deeben, Erik Drenth, Marie-France van Oorsouw en Leo Verhart, 2005
  • Vuursteen verzameld, Over het zoeken en onderzoeken van steentijdvondsten en -vindplaatsen. Redactie: Luc Amkreutz, Fred Brounen, Jos Deeben, Roy Machiels, Marie-France van Oorsouw en Bjørn Smit, 2016